Deze les begonnen met een spelletje over de drie verschillende perioden in de beeldcultuur. De drie verschillende perioden zijn; klassieke periode, modernisten en post-modernisten. Tijdens het spel ging het erom dat je wist welk schilderij, beeld etc. in welke periode hoorde.
De klassieke periode
De opdrachtgevers van de klassieke periode zijn de rijken en de geestelijken. De rijken wilden vooral hun rijkdom laten zien aan de andere rijken. Zij lieten dus hun machtsvertoon zien aan de rest. De geestelijken wilden de religie en de symbolen juist overbrengen aan de gelovigen. Een aantal kenmerken zijn; de werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk nabootsen. Er was ook veel oog voor detail.
De modernisten
Bij de modernisten waren de oorspronkelijke opdrachtgevers verdwenen. De burgers wilden hun eigen verhaal vertellen en de opdrachtgevers waren de dus de makers zelf. De makers wilden hun visie op de maatschappij overbrengen aan het volk. Enkele kenmerken zijn; er werd niet meer natuurgetrouw gewerkt, het gevoel van de mens werd belangrijk, abstractie en er werd veel geëxperimenteerd.
De post-modernisten
De invloed van de consument wordt steeds belangrijker, de makers bepalen niet meer zelf wat ze maken. De inhoud blijft wat oppervlakkig en de inhoud vindt iedereen leuk. Enkele kenmerken zijn; het is erg overdreven en sterk uitvergroot, het vermengen van beelden en het kunstwerk wordt vaak uitbesteed aan een bedrijf en niet gemaakt door de maker.
Als praktische opdracht gingen we een podcast maken. Deze podcast is bedoeld voor kinderen en dus hebben we gekozen voor makkelijke taal. We hebben gekozen voor het schilderij 'Sixtijnse Madonna'. Verdere uitleg over dit schilderij is te zien in het filmpje.
https://youtu.be/-wHLO8HTxvg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten