woensdag 15 juni 2016

Ontwikkelingsfasen & Beeldbeschouwing

In deze les hebben we de ontwikkelingsfasen van Parsons behandeld. Hieronder staan kort welke fasen er zijn.
- Fase 1 - Favoritisme: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi wanneer het aansluit bij zijn/haar belevingswereld.
- Fase 2a - Ambachtelijk: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi wanneer de hoofdkenmerken aanwezig zijn en ze die in het beeld herkennen.
- Fase 2b - Ambachtelijk: De beschouwer let op de details en vindt een kunstwerk mooi wanneer dat realistisch is.
- Fase 3 - Expressiviteit: Voor de beschouwer hoeft een kunstwerk niet meer natuurgetrouw te zijn. De beschouwer kan zich inleven in het kunstwerk en in de maker.
- Fase 4 - Formalisme: De beschouwer richt zich op de stijl van een kunstwerk en op de beeldaspecten.
- Fase 5 - Open mind: De beschouwer begrijpt dat de betekenis van een kunstwerk afhangt van de context.

Bij beeldbeschouwing hebben we 5 verschillende soorten vragen geleerd, namelijk de startvragen, onderzoeksvragen, analysevragen, speculatieve vragen en vragen die leiden tot een oordeel.

In de les hebben we bij een poster van een animatiefilm vragen bedacht die onderverdeeld kunnen worden in de vragen van de beeldbeschouwing. De poster die wij hebben gebruikt was een poster van Ice Age.

Voor het bekijken van de poster met de vragen, klik dan hier
De antwoorden op deze vragen, vind je hier


Geen opmerkingen:

Een reactie posten