- Fase 1 - Favoritisme: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi
wanneer het aansluit bij zijn/haar belevingswereld.
- Fase 2a -
Ambachtelijk: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi wanneer de hoofdkenmerken
aanwezig zijn en ze die in het beeld herkennen.
- Fase 2b -
Ambachtelijk: De beschouwer let op de details en vindt een kunstwerk mooi
wanneer dat realistisch is.
- Fase 3 -
Expressiviteit: Voor de beschouwer hoeft een kunstwerk niet meer natuurgetrouw
te zijn. De beschouwer kan zich inleven in het kunstwerk en in de maker.
- Fase 4 - Formalisme:
De beschouwer richt zich op de stijl van een kunstwerk en op de beeldaspecten.
- Fase 5 - Open mind:
De beschouwer begrijpt dat de betekenis van een kunstwerk afhangt van de
context.
Bij beeldbeschouwing hebben we 5 verschillende soorten
vragen geleerd, namelijk de startvragen, onderzoeksvragen, analysevragen,
speculatieve vragen en vragen die leiden tot een oordeel.
In de les hebben we bij een poster van een animatiefilm
vragen bedacht die onderverdeeld kunnen worden in de vragen van de
beeldbeschouwing. De poster die wij hebben gebruikt was een poster van Ice Age.
Voor het bekijken van de poster met de vragen, klik dan hier.
De antwoorden op deze vragen, vind je hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten