Beeldend vermogen

In deze les ging het over de ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen. Dat zijn:

Fase 1 - krabbelfase: De kinderen ontdekken dat verschillende materialen sporen achterlaten op het papier. Ze maken grove bewegingen vanuit de schouder. Hetgeen wat ze tekenen maakt voor hen nog niet uit. Deze fase is vaak afgerond voordat de basisschool begint.

Fase 2a - gecodeerde werkelijkheid: De kinderen gaan in deze fase objecten tekenen, ook wel codes. Een voorbeeld is de koppoter of de kopbuikpoter. De objecten worden nog willekeurig op het blad geplaatst. De kinderen van 4-8 jaar bevinden zich vaak in deze fase.

Fase 2b - gecodeerde werkelijkheid: In deze fase ontdekken de kinderen dat er een boven- en een onderkant van een tekenblad is. Ze plaatsen de objecten niet meer willekeurig op hun blad, maar weten wat er in de lucht hoort en wat op de ondergrond staat. In deze fase zijn kinderen vaak 5-10 jaar.

Fase 3 - zichtbare werkelijkheid: In deze fase gaan kinderen steeds realistischer tekenen. Ze letten veel op details en zullen meer figuren gaan natekenen. Ook worden in deze fase steeds meer gebruik gemaakt van beeldaspecten, zodat het echter lijkt. De kinderen in deze fase zijn 10-15 jaar.

Bij de eerste werkvorm moesten we in een groepje van vier de kindertekeningen verdelen over de fasen van het beeldend vermogen. Per fase hebben we een foto gemaakt.

Fase 2a. er wordt gecodeerd, maar de codes worden willekeurig op het vlak geplaatst. Dit heet wanordelijke plaatsing. De objecten staan niet op een grondlijn. Er worden in deze fase vooral bewegende dingen getekend, zoals mensen en dieren. Dit zie je ook veel terug in de tekeningen.

Fase 2b. er is ontdekt dat het papier een boven- en een onderkant heeft. Er wordt in deze tekeningen duidelijk gebruikt gemaakt van de grondlijn en het beeldaspect compositie. Ze zetten de objecten nog wel naast elkaar en maken nog geen gebruik van diepte. Schematisch kleurgebruik zie je duidelijk terug in de gele zon, groene bladeren en de bruine stam.

Bij de laatste werkvorm hebben we één tekening geanalyseerd en hebben we daar een nieuwe les bij bedacht. Het probleem was dat het kind niet consequent gebruik maakte van de grondlijn. Hiervoor hebben wij een lesvoorbereidingsformulier ingevuld. 

Beeldend probleem

De les ging over het maken van een beeldend probleem. Niet elke opdracht die je geeft aan de kinderen bevat een beeldend probleem. Een beeldend probleem bevat een technisch doel en een beeldend doel. Om te laten zien aan de studenten wanneer een opdracht een beeldend probleem is, gingen we zelf kleine opdrachten maken.

De eerste opdracht was; teken een kubus. Nagenoeg de hele klas tekende dezelfde kubus. Hier zat geen beeldend doel in, maar ook geen technisch doel.

Vervolgens gingen we met Guido een kubus tekenen volgens de juiste richtlijnen. Hierbij was dus sprake van een technisch doel. De hele klas tekende mee en zo werd je aangeleerd hoe je een kubus moest tekenen.

Daarna moesten we een blije kubus tekenen. Ook nu tekende nagenoeg de hele klas een kubus met een smiley. Dit is dus een groot cliché. Als je blij bent, dan lach je en zo teken je een blije smiley in de kubus. Er was zowel geen beeldend doel als technisch doel.

De volgende opdracht was het tekenen van een boze kubus, maar er mochten geen gezichten worden getekend. Je moest het doen met de lijnen van de kubus. Hierbij kwamen wel degelijk verschillende kubussen uit. Deze opdracht bevatte zowel een technisch doel, namelijk het tekenen van een kubus, als een beeldend doel, namelijk het tekenen van een verlegen kubus zonder smileys te gebruiken.

Daarna kwam onze werkvorm van de les. We moesten uit één stuk klei een mens maken met een bepaalde expressie. De criteria hierbij waren;

- Het moet een menselijk 3D figuur zijn

- Hij moet de juiste maten en verhoudingen hebben

- De expressie moet duidelijk zijn

- Hij is uit één geheel gemaakt

- Er moet een textuur inzitten die aansluit bij de expressie

Omdat er veel verschillende beelden uit voortkomen en je niet vastzit aan een expressie, is er een beeldend doel. Het technisch doel is het kleien uit één stuk, het moet 3D zijn en je moet de juiste verhoudingen gebruiken.

Aan de hand van de beoordelingscriteria ben ik beoordeeld door een medestudent. Voor de criteria menselijk figuur, expressie en uit één geheel kreeg ik 2 punten. Voor de onderdelen natuurgetrouw en textuur kreeg ik 1 punt. Bij elkaar heb ik een 8 gehaald voor mijn klei object. 

Beeldaspecten

Deze les ging over beeldaspecten. De 6 belangrijkste beeldaspecten zijn;

- Vorm

- Kleur

- Textuur

- Ruimte

- Compositie
- Standpunt

De eerste werkvorm was het koppelen van een beeld aan een beeldaspect. Ik had een plaatje van een vogel uit de film Rio gekregen. Mijn beeldaspect daarbij was tegenlicht. Het gaat er hierbij om dat de blauwe vogel als belangrijkste wordt gezien op dat moment, en dat wordt extra vergoot door het licht op de achtergrond. Hierdoor wordt alles om de vogel heen wat lichter en waziger en komt de vogel juist extra goed uit.

Daarna gingen we aan de slag met de volgende werkvorm. We moesten een selfie maken waarbij een emotie sterk werd uitvergroot. Mijn emotie was verbaasd en dit heb ik uitvergroot door de grote ogen en de grote open mond. Verder heb ik andere mogelijkheden van de photoshop gebruikt, maar dit heeft geen directe invloed op de emotie verbaasd.

Ontwikkelingsfasen & Beeldbeschouwing

In deze les hebben we de ontwikkelingsfasen van Parsons behandeld. Hieronder staan kort welke fasen er zijn.

- Fase 1 - Favoritisme: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi wanneer het aansluit bij zijn/haar belevingswereld.

- Fase 2a - Ambachtelijk: De beschouwer vindt een kunstwerk mooi wanneer de hoofdkenmerken aanwezig zijn en ze die in het beeld herkennen.

- Fase 2b - Ambachtelijk: De beschouwer let op de details en vindt een kunstwerk mooi wanneer dat realistisch is.

- Fase 3 - Expressiviteit: Voor de beschouwer hoeft een kunstwerk niet meer natuurgetrouw te zijn. De beschouwer kan zich inleven in het kunstwerk en in de maker.

- Fase 4 - Formalisme: De beschouwer richt zich op de stijl van een kunstwerk en op de beeldaspecten.

- Fase 5 - Open mind: De beschouwer begrijpt dat de betekenis van een kunstwerk afhangt van de context.

Bij beeldbeschouwing hebben we 5 verschillende soorten vragen geleerd, namelijk de startvragen, onderzoeksvragen, analysevragen, speculatieve vragen en vragen die leiden tot een oordeel.

In de les hebben we bij een poster van een animatiefilm vragen bedacht die onderverdeeld kunnen worden in de vragen van de beeldbeschouwing. De poster die wij hebben gebruikt was een poster van Ice Age.

Voor het bekijken van de poster met de vragen, klik dan hier. 

De antwoorden op deze vragen, vind je hier. 

Beeldcultuur #2

In deze les hebben we een beeld uit de klassieke periode omgezet naar het post-modernisme. Wij hebben voor het beeld 'Het laatste Avondmaal' van Da Vinci gekozen.

We hebben het oorspronkelijke beeld zo veel mogelijk nagemaakt, maar we hebben moderne elementen toegevoegd. Daardoor wordt dit een postmodernistisch schilderij, omdat zowel klassieke als moderne elementen zijn toegevoegd. Er zijn veel iPads en telefoons te zien, wat de huidige periode goed weergeeft. Ook is iedereen meer met zichzelf bezig, dan dat ze bezig zijn met Jezus. Dit laat goed het individualisme zien. Het laatste Avondmaal bevindt zich in een club, wat ook van deze tijd is, en niet uit de klassieke periode.

Beeldcultuur #1

Deze les begonnen met een spelletje over de drie verschillende perioden in de beeldcultuur. De drie verschillende perioden zijn; klassieke periode, modernisten en post-modernisten. Tijdens het spel ging het erom dat je wist welk schilderij, beeld etc. in welke periode hoorde.

De klassieke periode
De opdrachtgevers van de klassieke periode zijn de rijken en de geestelijken. De rijken wilden vooral hun rijkdom laten zien aan de andere rijken. Zij lieten dus hun machtsvertoon zien aan de rest. De geestelijken wilden de religie en de symbolen juist overbrengen aan de gelovigen. Een aantal kenmerken zijn; de werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk nabootsen. Er was ook veel oog voor detail.

De modernisten
Bij de modernisten waren de oorspronkelijke opdrachtgevers verdwenen. De burgers wilden hun eigen verhaal vertellen en de opdrachtgevers waren de dus de makers zelf. De makers wilden hun visie op de maatschappij overbrengen aan het volk. Enkele kenmerken zijn; er werd niet meer natuurgetrouw gewerkt, het gevoel van de mens werd belangrijk, abstractie en er werd veel geëxperimenteerd.

De post-modernisten
De invloed van de consument wordt steeds belangrijker, de makers bepalen niet meer zelf wat ze maken. De inhoud blijft wat oppervlakkig en de inhoud vindt iedereen leuk. Enkele kenmerken zijn; het is erg overdreven en sterk uitvergroot, het vermengen van beelden en het kunstwerk wordt vaak uitbesteed aan een bedrijf en niet gemaakt door de maker.

Als praktische opdracht gingen we een podcast maken. Deze podcast is bedoeld voor kinderen en dus hebben we gekozen voor makkelijke taal. We hebben gekozen voor het schilderij 'Sixtijnse Madonna'. Verdere uitleg over dit schilderij is te zien in het filmpje.

 https://youtu.be/-wHLO8HTxvg

Werkprocessen #2

Deze les gingen we aan de slag met de werkvormen ambachtelijk werken en ontwerpen. Er worden groepjes van vier gevormd en Dianne en ik vormden met onze race-auto een groepje met Mariëlle en Elisabeth. Zij hadden ook een race-auto gemaakt. Dianne en Elisabeth maakten het storyboard. Dat is een onderdeel van ontwerpen omdat je dan gaat bedenken hoe het verhaal loopt. Mariëlle maakte de achtergrond van het verhaal met bomen. Ik ging de camera goed instellen.

Daarna kwam het ambachtelijk werken aan de beurt. De bedoeling was een stopmotion te maken met onze voertuigen, een green screen en extra bomen. Bij ambachtelijk werken moet je continu met je handen werken. Dit kwam ook zeker aan de orde, omdat we telkens de voertuigen iets moesten verplaatsen.

Hier zie je foto's van ons proces:

Dit is het eindresultaat:

https://www.youtube.com/watch?v=hZ5j5LOrboU









De beoordeling van ons filmpje:

Criteria                               Niet zichtbaar     Twijfel     Briljant
Voertuigen & Decor                                                        2
Snelheid                                                         1
Strijd                                                             1
Crash!                                                            1
Verhaal (plot)                                                                2

We hebben voor ons filmpje een 7 gekregen volgens de criteria.